Wedstrijdverslag IRONMAN Kopenhagen 15-08-2018

Verslag door Andries Langendijk

De Iron Man, de hele, de lange afstand. Na 8 jaar triathlon moest het er maar eens van komen. Al is het alleen maar om die eeuwige vraag ‘heb je al eens een hele gedaan’ (of erger: een ‘echte’) vanaf nu met ‘ja’ te kunnen beantwoorden. Na lang rondkijken, heb ik eind vorig jaar gekozen voor de Iron Man in Kopenhagen.

Ok spannend, en dan? Samen met vaste trainer Margo een planning gemaakt voor het komende jaar, met 3 speerpunten:

  • 2e divisie team triathon: sneller zwemmen en lopen om daar in de middenmoot mee te kunnen draaien (niet helemaal gelukt)
  • Halve triatlon als training voor de hele – liefst binnen de 5 uur (net aan gelukt)
  • De hele!

De voorbereiding

In het voorjaar verliep alles eigenlijk naar wens. Mede geholpen door een nieuwe baan waarbij ik minder reistijd, meer vrije dagen en de optie naar het werk te fietsen zou hebben, kon ik van januari t/m april mijn uren netjes maken. Maar met de weken loopt de trainingsarbeid op. En dat niet alleen…. 5 wedstrijden in 6 weken (competitie en de halve van Nieuwkoop), een verhuizing van mijn moeder (83), een weekje weg van Nicola (ja hoor, ik ben er voor de kids), 2 weken naar Georgia voor mijn werk. Met kunst en vliegwerk, wat lange avonden, wat vrije woensdagen (bedankt woensdagochtend fietsgroep!) en de geruststellende gedachte dat ik mijn langste trainingsweken nog zou kunnen maken, op vakantie in Italië, zou het goed moeten komen!

“Life is what happens to you while you’re busy making other plans”

Dag 2 in Italië. Zakken vol met gelletjes, volle flessen op de fiets, routes in de Garmin. De eerste van een aantal lange, en ongetwijfeld mooie fietsritten in de dolomieten kon beginnen. En toen kwam na 200 meter dat busje van het tankstation opeens voorlangs. Geen ontwijken meer aan, met stuur, schouder en knie knal ik tegen het Italiaanse hoveniersbusje. Voorvork gebroken – van mijn wedstrijdfiets! Mensen vragen mij hoe het met mij gaat. Lekker interessant! Mijn fiets is kapot! Ik kan wel janken. Hoe ga ik dit fixen, 1 maand voor de wedstrijd? Ik ga hard lopen, maar kom erachter dat mijn knie pijnlijk is. Dan maar zwemmen in het prachtige Lago di Levico. Geweldig, maar wel gelijk 1 dag ziek. Na een paar baaldagen een fiets gehuurd, maar na de tandwielen opgeraapt te hebben van huurfiets 1 blijkt op huurfiets 2 dat ik nog echt niet kan fietsen met mijn knie. Uiteraard een mooie gelegenheid om er wat meer te zijn voor mijn gezin, maar mijn vertrouwen voor die grote wedstrijd is op een dieptepunt…

Uiteindelijk reageerde de importeur op mijn mails en bleek een nieuwe voorvork al opgestuurd voordat ik zelf terug naar Nederland was afgereisd. Mijn knie werd gelukkig ook snel beter, en na onderzoek door Vincent van Isokin kreeg ik groen licht en vooral vertrouwen om weer te kunnen fietsen. Heerlijk! Nog een paar dagen om een aantal flinke trainingen af te werken. O ja, het gezin van Nicola’s broer is nog een week op bezoek. En tussendoor ook nog diverse keren naar het ziekenhuis na een ongelukje met Olivia (brandwonden).

De wedstrijd kwam dichterbij. Heel dichtbij. 2 nachten meer gepiekerd naar geslapen. Heb ik genoeg gedaan? Hoe gaat het met de voeding? Leuk trainen met gels, maar 12 uur wedstrijd intensiteit is toch wat anders. En ging het vorig jaar niet gigantisch mis tijdens de Luik-Bastenaken-Luik, toen ik niks meer kon eten en ik een enorme hongerklop kreeg. Ik app wat met Margo. Ik zoek wat ervaren clubgenoten op tijdens zwemmen in Bussloo en woensdagochtend bij de fietsgroep. Ik voel me rustiger worden, en wat helpt is dat ik mij tijdens die trainingen enorm sterk voel. Zou ondanks alles de topvorm naderen?

Denemarken

Vrijdagochtend vroeg op weg naar Kopenhagen met mijn trouwste fans Nicola en Olivia. 2,5 uur vroeger dan gepland komen we aan. Dat is lekker, startnummer op tijd kunnen ophalen en alvast het marathon parcours kunnen testen (Olivia wilde dit graag rennend met mij doen). De geplande airbnb bleek waterschade te hebben, jammer van het 8 maanden geleden geboekte appartement op loopafstand van de start. Gelukkig was er een net alternatief geregeld. Hoe dichter bij de wedstrijd, hoe ontspannener ik werd.

De wedstrijd

Start was op het Amager Strandpark – een eiland voor de kust bestaande uit duinen en stranden aan weerzijden, verbonden met het land via 3 bruggen. Ik werd uitgezwaaid door Nicola en Olivia, het was verbazingwekkend hoe ontspannend een 4-jarig meisje kan zijn! De omstandigheden waren ideaal, maximaal 23 graden en grijs – zo nu en dan met een bui maar niet tijdens het fietsen. Gelukkig geen Joep-achtige toestanden, wel een stevig windje maar dat is daar waarschijnlijk net zo normaal als in Friesland.

Het was een rolling start, waarbij ik conservatief had ingezet op een zwemtijd van 1uur 11 (snelste roze badmutsen) wat tot gevolg had ik vooral bezig was met het inhalen van zichzelf overschat hebbende blauwe badmutsen. Sporadisch kon ik een andere roze badmuts volgen, maar ik nam al snel het besluit vooral mijn eigen wedstrijd te doen. Na 1 uur 9 in helder water met krabbetjes en kwallen kwam ik het water uit. Op zoek naar mijn nummer in de rekken waar de blauwe tassen met fietsspullen hangen. Ik kan mijn nummer niet vinden. 3 x heen en weer gelopen. De organisatie erbij gehaald (‘where are the other numbers’? ‘There are no other numbers!’). O k.. ik zoek naar 3229 maar is dat mijn nummer wel? Shit geen nummer op mijn armen. Hmmm… o ja ik ben nummer 2329. Ok, niet erg, dit is een hele. Gewoon rustig blijven, de dag duurt nog lang. Omkleden, plaspauze (waarom kan ik het niet gewoon in mijn pak doen??) en op de fiets.

Fietsen

Het fietsparcours gaat door de stad naar het noorden waar we de kust zo’n 40 km volgen. Mooie vlakke weg. Ik zie Vinokurov al snel passeren, maar blijf vooral mensen voorbij gaan. Ik kan vrij gemakkelijk snelheden tussen de 35 en de 40 rijden en besluit na 30 km mijn richthartslag te verlagen van 135 (midden D2) naar 132. De energie die ik daarmee ga besparen kan ik goed gebruiken tijdens de marathon (!), en volgens mij ga ik hard genoeg. Na km 40 slaan we linksaf, het parcours veranderd in een mooie glooiende route met geen meter vlak of recht. Eigenlijk is dit veel leuker! Helaas beginnen na km 60 een paar ongemakken: een volle blaas en een pijnlijke onderrug. Ik besluit op alle klimmetjes en bochtjes even rechterop te gaan zitten, en flink terug te schakelen zodat de cadans altijd boven de 100 blijft en de hartslag nooit uit D2. En na de verzorgingspost bij km 100 (begin 2e ronde) stop ik netjes bij de wc waar het legen van mijn blaas aanvoelt als een orgasme. Deze stop doet wonderen: de volgende 30 km is ook de rugpijn verdwenen en ik kan hoog in de 30 en snel dezelfde mensen inhalen van voor mijn stop. Beide ongemakken komen later weer terug, maar de snelheid lijkt er niet te zeer onder te leiden. Na plaspauze 2 bij km 160 (3,5 minuten stil gestaan volgens Strava, laten we het erop houden dat ik genoeg gedronken heb) scheur ik met 40 km/h op de snelweg Kopenhagen weer in. Ik vergeet te kijken wat mijn fietstijd is (incl stops 5u15, gem 34,3) maar voel mij goed over zowel mijn snelheid als mijn conditie. T2 is in een parkeergarage, waar we eerst naar beneden fietsen, vervolgens de fiets afgeven aan de bike catchers, dan schoenen aan doen en vervolgens plaspauze 4 (grrrr…). Ik ben benieuwd hoe mijn benen aanvoelen?

De Marathon

De eerste meters zijn nog even wennen. Kramp in mijn voeten, pijnlijke achillespees. Nou ja, pijn in die achillespees (net als in mijn rug) trekt wel weg weet ik intussen. En die kramp deed dat gelukkig ook. Hoe voelen mijn benen nu? Eigenlijk geweldig! Dit is lekker. Eerste km tijd: 4.48 min. Veels te hard Andries. Met enige moeite laat ik mijn tijden oplopen, maar het blijft rond de 5 minuten per km, of net iets daarboven. Nou ja, als ik mij zo goed voel zal het wel goed zijn toch? Ik besluit op gevoel door te lopen. Het is een mooi rondje, 4,5 keer af te leggen, langs het toeristische deel van de haven van Kopenhagen. De eerste halve marathon gaat in 1u49. De sfeer is geweldig. Ik hoor ‘Go Daddy’, ik juich, tientallen mensen juichen. Ik hoor ‘Go Holland, koetverdomme’ (wanneer leren wij die buitenlanders eens wat anders?) en heb ook leuke interacties met Nederlandse supporters (‘wel blijven lachen Langendijk’). Ik vraag mij af wanneer dit nu eens pijn gaat doen.

Maar zo makkelijk gaat het uiteraard niet, het blijft wel een hele. Na 8 gelletjes, 2 repen en diverse flessen sportdrank & ORS vindt mijn spijsvertering dat het genoeg is geweest. Ik krijg die smerige gelletjes niet meer naar binnen en de aangeboden sportdrank, bananen, koekjes, cola en red bull doen mijn maag omkeren als ik ze alleen maar ruik. Opeens krijg een steek in mijn zij. De snelheid gaat eruit, ik schuif mijn hartslagband naar beneden (alsof ik nog naar mijn hartslag kijk). De steek gaat weg maar de snelheid komt niet meer terug (6min30 per km). Even wil ik de strategie ‘op wilskracht richting de finish’ volgen, maar dit wordt ingehaald door de realiteit wanneer ik vlekken voor mijn ogen krijg en ik bijna een paar keer struikel over de hobbelige delen van het loopparcours. Van de hemel naar de hel in 5 minuten, negatieve gedachten (‘daar gaat mijn mooie tijd van onder de 11 uur’) vullen mijn hoofd. Dan bedenk ik: ‘zo ga ik niet eens finishen, dit moet ik oplossen’. Ik besluit een handvol Tuc koekjes aan te nemen van de verzorgingspost. Dat is lekker! De volgende post neem ik ze weer en spoel ze weg met Red Bull. Ogen dicht, ik verwacht ieder momentbraakneigingen en darmkrampen. Maar niets van dit alles. Ik krijg langzaam aan weer wat energie. Ik besluit te gaan wandelen bij de volgende post, met tegenzin maar het is niet meer verantwoord nu alle andere deelnemers daar al wandelen. Zelfs de cola blijkt erg lekker te zijn. De kilometertijden gaan weer richting de 6 minuten. De pijn in mijn benen en voeten wordt episch, maar dat is niet interessant. Ik zie dat ik nog een marathontijd van binnen de 4 uur kan halen. Ik sla de laatste 2 verzorgingsposten over, genoeg gewandeld vandaag. De laatste kilometer, ik versnel nog wat, ik mag afslaan richting de finish, eindelijk. De marathontijd staat op 3u57.

Maar… wat zie ik nu? Mijn naam staat op de finishboog, met daarvoor een tijd van 10u33. Ik knipper nog even. Ongetemde euforie maakt zich van mij meester. Ik sprint naar de finish zodat ik vlak achter iemand anders over de finish kom en ik dus op de meeste finishfoto’s onzichtbaar ben. Het maakt niet uit, een oerkreet ontsnapt aan mij. Ik wist dat ik 11 uur kon halen als alles mee zou zitten, maar hier had ik nooit van durven dromen! Als ik nog energie over had zou ik dagen gefeest kunnen hebben!

De knuffels na afloop met Nicola en Olivia na afloop waren geweldig, uiteraard ben ik hen zoveel dank verschuldigd, voor al hun support deze dag en eerder, en alle begrip wanneer ik weer eens de deur uit ging voor een training of mijn chagrijn tijdens mijn blessure.

Na afloop nog kunnen genieten van alle berichten op de app en op facebook. Bedankt voor het meeleven, en voor alle succes wensen en felicitaties! Nu eerst maar een maandje of wat uitrusten….

PS Ik verloor wel mijn medaille na afloop aan mijn dochter toen ze mij wederom uitdaagde voor een hardlooprace – en deze glansrijk won. ‘I beat you daddy, so now I get your medal’