Verslag door Herman Aalberts
Eindelijk is het dan zo ver, het WK. Ik heb er een hele tijd met hoop en vrees naar toe geleefd. Na het NK-OD op 1 juli kwam ik met mijn kuit aan het sukkelen. Ik loop niet meteen naar de fysiotherapeut, maar nu begon ik ‘m toch wel een beetje te knijpen. Haal ik het WK en in welke conditie. Dus… na een paar behandelingen stelde de fysiotherapeut dry needling voor. Doen! Om kort te gaan: de behandelingen vonden steeds op donderdag plaats. Dan moest ik tot zaterdag rustig aan doen en regelmatig strekken. Zaterdag mocht/moest ik dan belasten om te zien hoe de kuit reageerde. Dat viel mooi samen met een aantal wedstrijden. Bij het NK-sprint pakte het goed uit, maar bij de laatste competitiewedstrijd van H2 heb ik een paar kilometer geforceerd met pijn gelopen. En dat een week voor het WK, oei!
Toch had ik wel het gevoel gekregen dat ik op deze manier het WK in ieder geval moest kunnen uitlopen, een soort van olympische gedachte maakte zich van mij meester. Al met al echter geen goede voorbereiding op de-belangrijkste-wedstrijd-van-het-jaar.
Als dat al niet genoeg stress gaf, dan wel het hele logistieke gebeuren rond race day. Twee wisselzones die ver uit elkaar liggen. Slecht weer en niet helemaal fit zijn deden mij besluiten e.e.a. maar wat naar achteren te schuiven. Dus niet vroegtijdig melden op zaterdagmorgen om daarna de elitewedstrijd kijken. In plaats daarvan maar later op de middag melden aan de noordkant van de Nieuwe Maas en meteen door naar T1 aan de overkant om de fiets te plaatsen. Opvallend genoeg werd daar alleen het startnummer even afgevinkt. Geen fietscontrole(?)
We, Janny en ik, verbleven bij een neef en nicht in Rotterdam noord, op zo’n 6 km van het wedstrijdtoneel. Ook even wat puzzelen om dat logistiek allemaal in elkaar te passen. Wat een gedoe, maar zoals gelukkig ook wel weer gebruikelijk: Het gaat zoals het gaat en per saldo best goed.
Raceday: Zondagmorgen de wekker om 5.30 uur. Ontbijt, de onovertroffen havermoutpap en een kop koffie. Om 6.15 uur bracht Janny mij met de auto richting T2 waar ik niets anders hoefde te doen dan mijn plek zoeken en mijn schoenen neer te zetten. Het was vanaf het begin al prachtig weer en dat zou het de heel dag blijven. Ontzettend mee getroffen na een aantal regendagen.
Van T2 naar de boot die rond 7.15 uur de overtocht zou maken richting start. Eerst naar T1, bidons vullen, spullen klaarleggen en een laatste fietscheck. Tijd zat, ik hoef pas om 10:45 te starten. Andries nog even gesproken in T1 en op de brug bij de start Mirjam en Jolie. Een beetje heen en weer keutelen en wetsuit vast aan. Mijn supportersschare groeide ondertussen ook aan. Vrouw, nicht, zuster, zwager, zoon, dochter en aanhang en clubgenoten. Mooi om even een praatje te maken. En na alle stress van de laatste dagen nu in een vrij ontspannen flow. Nog wel een puntje: Normaal gesproken moet ik een half uur, een kwartier, vijf minuten voor de start nog even een plasje plegen, maar nu moest ik een half uur voor de start al in het startvak staan. Roze olifant, niet aan denken (ging goed).
Na driekwart A4-tje dan toch eindelijk de start. De Watertemperatuur was 16 graden, dus na het sein om te water te gaan even getreuzeld, maar dan toch de sprong. De temperatuurschok viel mee en wat nog meer opviel: vrij helder water. Na een halve minuut de hoorn. Ik ben vertrokken. Gelukkig is het stuk naar de eerste boei een heel eind weg. Dat scheelt veel gedrang. Ik kwam al snel in een lekkere slag, vond nog even een paar benen en kon me goed oriënteren. Waarom denk ik toch altijd dat ik precies in een rechte lijn naar de volgende boei zwem en dat anderen wel erg ver uit koers zwemmen?
Ik had geen idee hoe lang ik gezwommen had. Dat bleek achteraf net binnen de 29 minuten te zijn, wat voor ruim 1500 meter voor mij een scherpe tijd is. Deel 2. Zo’n 700 meter naar de fiets en van de fiets nog eens 200 meter naar het fietsparcours, 6 minuten rond. Toen ging het hard… althans, van het begin af aan haalde ik mensen in, soms bij bosjes. Ik heb een paar keer op mijn fietsteller gekeken, niet extreem hard, toch? Afgevraagd of ik me aan het opblazen was. Niet dus, dan maar door. Hupsakee, binnen 300 meter 4 Britten voorbij, een Australiër, whatever, weer twee Britten. Eén Brit kwam me op de col de Van Brienenoord nog even voorbij, maar meteen er weer voorbij. Je pakt me toch zeker niet op mijn specialiteit!
Bij het keerpunt aan de voet van de Erasmusbrug hoorde ik mijn supporters niet. Vreemd, val ik niet op in mijn Nederlandse tenue tussen alle Nederlanders. Nee hoor, ze waren na het zwemmen even wat gaan drinken en toen ze weer eens op de tracker keken zagen ze dat zelfs haasten geen optie meer was.
Ik mijn tweede ronde in en zij richting T2. Na mijn tweede ronde die ongeveer op dezelfde manier verliep (met publiek dat “Holland, Holland” naar jou roept!) kwam ik opgelucht bij T2 aan. Mens en machine hadden het gehouden. Toch wel wat verkeersdrempels, scherpe bochten en een ATB-bruggetje moeten nemen. Vooraf was er veel commentaar, van met name buitenlanders, die een in de regen en tijdens normaal verkeer opgenomen filmpje van de route hadden gezien: “WK onwaardig, veel te smal, levensgevaarlijk, er vallen doden!” Dit was wel aanleiding geweest voor de ITU om de starttijden van de verschillende waves iets verder uit elkaar te houden om iets meer spreiding te krijgen.
Even terugkomen op de supporters (het familiedeel). Ze stonden bij T2 en hadden mijn plek al gezien. Terwijl ik toch even verdwaald was in de grote, uniforme wisselzone en een rij te vroeg was afgeslagen, schreeuwden ze me naar mijn plek:) Bizar hoe verwarrend het is als je startnummers hebt van 5 cijfers en in mijn geval ook nog eens 21312. Lijkt simpel, maar knipper een paar keer met je ogen en je piept wel anders.
Oké, lopen. Nu gaat het echt beginnen. Twee ronden van bijna 5 km door het park. Het begon goed en ik liep puur op gevoel wel lekker. Weliswaar in afwachting van de eerste pijnscheut, gingen de kilometers één voor één probleemloos voorbij (gek hè?).
De eerste ronde zat erop, lachend langs de enthousiaste supporters en, dat moet wel gezegd, hoe gaaf is dat. Clubgenoten langs de kant is geweldig, familie is de overtreffende trap.
Maar dan toch, net de bocht om en pats. Mijn kuit. Oké, tempo en pas iets aangepast en door. Vier kilometer te gaan en tja, dan komen er mensen voorbij. Maakt niet meer uit, (natuurlijk wel, maar heb ik een keuze) doorgaan. Ik zal finishen. Ik kon toch nog door blijven gaan en met nog een kilometer te gaan kon ik zelfs nog iets aanzetten met achter mijn de wolven. Vlak bij de finish, nog een paar bochten. Ik hoor mijn supporters. Ik hoor de speaker Dirk Goldebeld, die mij op km 7 inhaalde, binnenroepen als nummer 14. Dat moet betekenen dat ik top 20 zit! Aanzetten, AU! Een extra pijnscheut. Andries rent al roepend – eh, schreeuwend – een stukje mee. Gehaald. 17.! Onwijs! Te gek!
Nog even een zooi cijfers:
80 deelnemers AG 60-64
Zwemmen: 28.56 plek 53
T1 (incl. 900 meter lopen): 6.00 opgeschoven naar plek 46
Fietsen (38 km): 1:04:09, vierde fietstijd en opgeschoven naar plek 13
T2: 2:11 en weer twee plekjes gepakt.
Lopen (9,5km): 44.42, van 11 naar 17 gezakt.
Totaal: 2:25:56.
Na de finish enthousiast opgevangen door de supporters. Wat een feest.
Na mijn spullen gehaald te hebben eerst even wat gegeten en daarna Jolie en Mirjam (“Alles doet me zeer.”) bij het lopen aangemoedigd.
Nog even gewacht tot Jan bij T2 aankwam en toen het strijdtoneel verlaten en met en heel voldaan gevoel naar Rotterdam noord gefietst en langzaam, heel langzaam alles aan het verwerken geslagen. Daar ben ik nog niet mee klaar. Met dit verslag wel PERIOD