Verslag van Herman Aalberts
De Duathlon Lange afstand, gecombineerd Nederlands en Belgisch kampioenschap. 10 km lopen, 60 km fietsen en nog eens 10 km lopen.
Op de startlijst stonden maar twee deelnemers 60+. Finishen is podium, maar je wilt niet laatste worden. Vorig jaar nog 7 deelnemers. Wat is er met die mannen gebeurd? Wel een dubbel gevoel. Wat is de waarde met zo’n deelnemersveld. Uiteraard kun je vergelijken met het totaalveld en met jezelf.
En, eeeh, wie er niet is doet ook niet mee, of zoiets.
Het was me het dagje wel. Ik wilde om kwart over zeven opstaan en om kwart voor negen de deur uit. Om 8:22 krijg ik een por van Janny: het is al bijna half negen! Drie tellen later stond ik naast mijn bed.
Enfin, 9:08 in de auto, op naar Almere Duin. Rijd ik daar eerst nog te ver en kom vervolgens op de verkeerde parkeerplaats uit. Goed voorbereid:)
Een eind lopen en dan toch het wedstrijdterrein bereikt. Ik wilde eerst nog gebruik maken van de mogelijkheid om de wedstrijdkleding voor ‘Rotterdam’ te passen, maar óf ik was te laat óf ze waren er sowieso niet (net als in Heerenveen, grump).
Hoe dan ook, lekker relaxt voorbereiden was het niet. Elastiekjes die te snel knapten, een verzorgingspost voor bij het fietsen die te ver weg lag om nog even een paar bidons te brengen.
De warming up ging ‘gelukkig’ zonder te bewegen al wel vanzelf (graadje of 27, 28).
Om 11:20 was de start. 4 ronden van 2,5 km. Ik wilde op gevoel weg en ging er van uit dat onder deze omstandigheden 45 à 46 minuten oké zou zijn. De eerste doorkomst was in 11 minuten, dat viel mee of ging te hard? De tweede ronde ook in 11 minuten, de laatste 2 ronden iets rustiger met een totaaltijd van 44:38. Zo voelde het niet, dus dat was luxe. Hoe zou dat gaan op de fiets, want te hard lopen = kramp bij het fietsen. In T1 een extra bidon uit de koelbox(!) in de achterzak gestoken. Niet zo aerodynamisch, maar wel nodig onderweg.
Fietsen, drie heen en weertjes van 20 km over de dijk. Aanvankelijk de wind lekker mee, maar ja, dat betekent ook…
De eerste 20 km ging in 35:50 en net voorbij het keerpunt in de tweede ronde komt met startnummer 76, mijn concurrent Cees, voorbij in een vlot tempo. Zat hij al een hele tijd achter mij en knalt mij nu in een demotiverend tempo voorbij of was hij een eind achter bij het lopen en is dit zijn fietstempo? Ik heb een beetje aangezet om het gat niet te groot te laten worden. De tweede ronde ging dan ook in 35:49. De derde ronde geprobeerd het tempo vast te houden. Halverwege zie ik dat Cees ongeveer 800 meter voor mij zit. Dat valt niet tegen.
Op het eind flink terug geschakeld om het zuur wat uit de benen te krijgen, rondje 36:52.
Rijdt ik richting T2, zie ik daar een lange lege zone. Hmmm, moet ik daar tot het eind doorrijden in plaats van direct aan het begin? Ik zet nog eens aan en dan staat er ineens iemand met een vlag voor mijn neus. Stóóóp! Oh, shit, hier dus! Ik grijp naar mijn rem… de voorrem heb ik het eerst te pakken… en vlieg over de kop… landt op de T2-streep. Da’s geen penalty voor doorrijden over de streep, toch nog iets bereikt:/
Met een “Gaat het?” en “Wel opletten!” wordt ik overeind geholpen. Ja, het gaat wel. Mijn wissel verloopt verder goed. Geen last. Achteraf constateer ik een beetje ontvelde vinger. Geluk of ervaringsdeskundige, als het over vallen gaat (of nog oude keeper–skils?)
Dan de laatste 10 km (s)lopen. De eerste ronde gaat nog enigszins redelijk in 13:00. In een heen en weer stuk kom ik Cees weer tegen, hij loopt zo’n 300 meter voor. Ik steek een bezwerende vinger op (bedenk ik achteraf). De volgende ronde zie ik Cees niet op hetzelfde stuk. Heeft hij 200 meter extra voorsprong genomen? Niet erg motiverend. En het wordt wel erg zwaar. Ik hoor de sirene van de ambulance weer. Mijn voeten branden, ik voel blaren opkomen (twee flinke bloedblaren op mijn beide grote tenen). Even wandelen bij de doorkomst, water en sponzen aannemend. In ronde 3 even wat tintelingen in de vingertoppen. Waarschuwingssignaal. Weer even wat tempo laten zakken, nog net niet gaan wandelen. De laatste ronde! Blijven gaan en dan eindelijk, daar is dan de verlossende eindstreep. Eindtijd 3:33:37.
Maar het is nog niet over. Ik plof neer op een bankje en na tien minuten kan ik een praatje maken met Herbert. Wel weer terug naar het bankje. Zal ik mij richting EHBO laten begeleiden? Nee, toch maar rustig blijven zitten. Weer wat later toch maar een wandelingetje gemaakt. Gelukkig wordt de prijsuitreiking wat uitgesteld. Iets meer tijd om bij te komen. Nog even een paar clubgenoten gesproken.
De prijsuitreiking dan. Ik zie Cees nergens, dus even een praatje maken is er niet bij. Eerst de nummers 3. Dan blijkt dat er ook nog een derde deelnemer H60+ was, maar met een DNF. In afwachting dat ik wordt opgeroepen voor plek 2 wordt H60+ niet genoemd. Foutje? Ik wacht maar even af. Even later wordt het duidelijk. Winnaar in categorie H60+ is …. Dus toch. In de uitslagen zie ik dat Cees na de eerste ronde lopen is uitgestapt. En hij was niet de enige. Van de 107 deelnemers zijn er uiteindelijk 76 gefinisht.
Nu kan ik me goed voorstellen dat je makkelijker stopt als je niet op een ereplaats afstevent. Mijn motivatie kwam voor een groot deel uit het simpele feit dat er een plak klaar lag. Dan wil je, ook als niet meer zo jonge deelnemer, nog wel even doorzetten. En ja, wanneer zeg je: tot hier en niet verder?
Janny had ‘s morgens toch maar besloten om niet mee te gaan vanwege de extreme omstandigheden. Misschien maar goed ook.
En heb ik tegen iemand gezegd: Dat is eens, maar nooit weer? Ik kan het mij nu, een dag later, al niet meer herinneren.