Triathlon Didam (02-07-2016)

Zaterdag stonden veel puzzelstukjes aan de start van de triathlon in Didam. Zoe deed mee bij de jeugd. Jan en Stefan gingen van start op de Sprint. Margreet, Mirjam, Martijn en Paul deden de Olympische Afstand. En Auke, André, Andrea, Jolie, Helen en Joep gingen de uitdaging van de Midden Afstand aan. Het was een regenachtige dag met wat wind, maar toch werden er prijzen gewonnen en PRs neergezet. Zoe stond op het podium bij de jeugd. Martijn werd tweede op de OA. André volbracht zijn eerste halve triathlon en Andrea en Jolie behaalden ook prijzen in hun categorie.

 

Andrea en Jolie

 

Midden Afstand  
Joep Biermann 4:52.07
Andrea Kohlrusch 5:10.57
Auke Wijnterp 5:19.28
Jolie Jacobs 5:19.46
André van den Berg 5:37.08
Helen Vrielink 3.15.36 niet gelopen
   
Olympische Afstand  
Martijn Paalman 2:02.56
Paul Karrenbeld 2:46.54
Mirjam Mensink 3:00.58
Margreet Berghuis 3:05.32
   
Sprint  
Jan Ettema 1:15.44
Stefan Rijke 1:20.19
   
Mini  
Zoe van Dijk  32.33 

 

Jolie:
Gisteren was er een nieuw meetpunt in aanloop naar m’n Ironman Vichy eind aug. Middenafstand triathlon Didam bestond uit: 2km zwemmen; 80km fietsen en 20km hardlopen. Voorbereidingen verliepen goed. Alhoewel ik m’n IM in het klein wilde nabootsen ging dat op een paar fronten niet. Niet te moeilijk over doen; dat oefen ik wel een andere keer. Met het ophalen van startnummer 13 startte de dag. Het zwemmen ging heerlijk. Na 35 min klampte ik me vast aan een been (van een vrijwilliger) op de trap waar we uit het water moesten klimmen. Een direct toegestoken hand hielp me verder naar boven. De wissel na het fietsen ging behoorlijk. Eenmaal op de fiets ging het lekker met de wind in de rug. Met even een topsnelheid van 36,7km/u zoefde ik over het asfalt. Gelukkig maar want bij wind tegen ging het soms niet harder dan 25km/u. Ondertussen zag ik heel wat sterke en zwoegende mannenkuiten aan me voorbij trekken. Een triomfantelijk : ik zwem dus sneller dan jij, maakte zich van mij meester. Na 4 ronden en het zowaar inhalen van een aantal (2-3?) mede atleten en met een uiteindelijk gemiddelde van 30km/u mocht ik afstappen voor de volgende wissel.  Die ging ook best en daarna volgden er 8 rondjes hardlopen. Dat begon als vanouds: het gevoel hebben niet vooruit te komen en dan na 1km zien dat je té hard van stapel loopt. De volgende 2 km kon ik dat herstellen naar een tempo dat ik wel zou volhouden. Onderweg de ozo fijne en belangrijke aanmoedigingen van clubgenoten die me passeerden of langs de route stonden. Van Joep zelfs even een duwtje in de rug! Die korte rondjes bevielen me wel. Mooi overzichtelijk zodat ik m’n eet-/drinkplan goed kon uitvoeren. Na 8 ronden zat het erop en finishte ik in een totaaltijd van 5uur19min. Daar was ik erg blij mee. De organisatie ook want zij verblijdde mij met een 2e prijs bij de dames 50+. Al met al weer een stukje dichterbij, sterker, met vertrouwen en wijzer richting Vichy. M’n hele voorbereiding gaat onder deskundige begeleiding van clubgenote Margo die me op de juiste momenten laat weten dat ik vertrouwen in mezelf moet en kan hebben. Ook deze keer weer.

 

Auke:

Niet on, maar zeker niet tevreden met mijn optreden in Didam. Het zwemmen ging erg slecht 47.37 ,gelijk een achterstand tov van bijna het hele veld. André zwemt 32.27 Jolie 35.48 ter vergelijk. Het fietsen ging redelijk de 80 km in 2.43. Ook hier verloor ik wel wat tov de rest er zal toch meer gefietst moeten worden en harder. En wie weet levert de helm van Henk straks ook tijdwinst op. Het lopen blijft wel mijn ding de 20 km in 1.43.20. Het was wel erg jammer dat je bij het lopen niks te eten kreeg aangeboden ,wat een verschil met Bocholt. De overige Didam gangers waren erg goed bezig, ik heb hier alle tijden. Gelukkig komt er voor mij nu meer tijd om te trainen, hopelijk werkt het weer de komende weken ook mee.

 

André:
Vandaag heb ik voor het eerst een halve triatlon gedaan; of eigenlijk de Midden-Afstand: 2km zwemmen, 80km fietsen en 20km hardlopen. Ik was op tijd vertrokken en op tijd ingecheckt. Mijn pak kreeg ik ook prima op tijd aan :). Wel was ik in de zenuwen welke opspeelden mijn MyLaps-chip vergeten. Het secretariaat van de organisatie deed daar niet moeilijk over; ik kreeg eenvoudig een nieuwe te leen.
Inzwemmen deden we vanaf een flink hoge trap waar we straks het water uitkomen naar de kade; een paar honderd meter. Bij de start in ondiep water stond ik wel op iets vervelend en voelde een snee onder mijn voet. Behalve de eerste meters zwemmen had ik daar verder geen last van. Na het startschot en het (voor het eerst) positie zoeken in een zwemmende menigte kon ik met lange slagen naar voren werken en de anderhalve ronden (2,3km) in de recreatieplas ‘De Nevelhorst’ in 32min afleggen. Dan de geconstrueerde hoge trap op en lopen naar het parc fermée. Ik lig op de 35e plek van de 241. Ondertussen vertoont mijn Garmin kuren en heb ik alleen de klok om een beetje op af te gaan. 
Alhoewel ik ondertussen al fink door snelle fietsers wordt ingehaald rij ik het eerste stuk toch lekker 32 a 33km/u. Op de tweede helft van het rondje van 20km komt de teleurstelling; er staat best wat wind. Terwijl ik nog veel meer word ingehaald rij ik ook mijn tweede en derde rondje. Clubgenoten moedigen me vanaf de kant en bij het voorbijgaan fijn aan. De wind neemt toe waar ik bij wind-mee wat voordeel uit probeer te putten, maar bij wind-tegen echt aan het zwoegen ben. Ondertussen wordt ik niet meer zo veel ingehaald en heb het gevoel dat ik ondertussen achteraan fiets. Dat blijkt achteraf nog net het geval; als 203e van de 241 stap ik over op het hardlopen;
8 rondjes van 2,5km, voor een belangrijk deel onverhard. De eerste rondjes gaan eigenlijk prima, ik kan op de klok bij de finish zien dat ik rond de 10km/u loop en daarmee dan een voor mij boven verwachting snelle totaaltijd ga halen. De uitgedeelde tel-armbandjes gebruik ik niet. In plaats daarvan varieer ik met het regelmatig gebruik van de bevoorrading; alleen de even rondjes pak ik iets aan waardoor ik wel elke 5km wat energiedrank neem. Ronde 6 en 7 kak ik helemaal in en ook mijn hoop op een laatste ‘waar haal je de energie vandaan’ sprintronde gaat in rook op; de energie was echt op. Ik finish uiteindelijk in 5 uur en 37 minuten, 207e overall en 66e van de 77 in mijn leeftijdscategorie.
Terwijl ik dus zowel met het fietsen als met het lopen regelmatig dacht dat mijn eerste halve triatlon vanwege de afstand en het zwoegen ook de laatste zal kunnen zijn hoor ik bij de finish van mijn clubgenoten tips om beter (en meer) voeding te nemen tijdens het fietsen. Verbetertips voor een volgende keer dus. Lekker dan 😉 
Terug in Apeldoorn van de trainingsmogelijkheid gebruik gemaakt om nog even 1km uit te zwemmen; wat pijntjes her en der, stramme spieren en licht verbrand op de schouders. We hebben dus wel heel veel geluk gehad met het weer; enkel 2 keer een paar druppels en geen onweerswolken of noodweer. 
Volgend jaar weer zo’n lange afstand? Ik weet het nog niet.

 

Helen:
Als je vooraf weet dat je niet gaat finishen, wordt alles heel anders.
De Middenafstand in Didam (2-80-20) was dit jaar mijn eerste grote triathlonwedstrijd om eens flink te knallen. De trainingsvoorbereiding ging prima, waarbij het herstel van een hamstringblessure en het voor de rest proberen heel te blijven wel altijd een dingetje was. 
In mei liep ik nog met veel plezier de Hardloopvierdaagse en een paar flinke fietstochten gaven me een goed gevoel over het fietsen. Conditioneel zat het wel goed en ik voel(de) me ook sterker worden.
Toch kwam er enkele weken geleden een kink in de kabel. De duintraining in Castricum was kennelijk toch net iets teveel van het goede. Ik vrees een typisch geval van ergens vooruitgang in zien (Hardlopen) en dan niet op tijd kunnen stoppen. Ik heb in de weekenden erna gewoon doorgetraind en kon daags na de duurtraining bijna niet gewoon lopen van de pijn. De pijn duurde dan een dag of drie en eind van de week was het zo goed als weg. 
Afgelopen week ben ik met de blessure aan mijn enkel bij Seran geweest (voor nieuwe leden: Seran is een clubgenoot, een hardloper en fysiotherapeut).
Eind augustus volgt voor mij nog de 70.3 in Vichy, in september de Tri-Ambla (een crosstri sprint) en in oktober de Hoge Veluwe Marathon. Volgend jaar wil ik een meerdaagse Trailrun doen in de Alpen. 
Kortgezegd vond de fysio het niet zo heel verstandig om me in Didam helemaal uit de naad te lopen (want dat zou ik eerlijkgezegd dan toch gedaan hebben ipv rustig aan) en dan kreupel op het eerstvolgende spreekuur te verschijnen. En ik dacht….misschien heeft ie wel gelijk. ‘Ook niet twee rondjes van de acht proberen?’ Nee, ook niet twee rondjes van de acht, tenzij ik mijn adrenalinepeil onder controle kon houden en goed om kan gaan met teleurstelling…
Bij de inrichting van mijn Parc Ferme plekje zet ik mijn hardloopschoenen neer. Ze horen er gewoon bij. En ik zou anders misschien wel helemaal in de war kunnen raken. Toch? En misschien…
De zwemstart was massaal en druk. Het zwemmen ging redelijk goed, ondanks het gemaai van armen en geschop van benen. Iemand jenste langs mijn brilletje, maar gelukkig bleef ie zitten! De massa gaf me juist moed, want dan zat je nog volop in het circuit bedacht ik. Daarna volgde een stukje lopen naar het Parc Ferme. We klauterden via een immens lange trap het water uit en meteen schoten de krampen door mijn benen. Waarschijnlijk door de kou, want het lukte me om de kramp er ook weer uit te lopen. Het lopen ging goed. Zie je nou wel, dacht ik nog, het gaat best, wat zeur je nou. Ik durfde zelfs te sprinten naar mijn fiets. 
Op de fiets reed ik een goeie eerste ronde met gebruik van een opzetstuurtje. In de tweede ronde had ik daar al iets minder plezier van: mijn hamstringblessure speelde weer op. Toch weer geprobeerd te gaan liggen tot schietende pijn aan toe. In de vierde en laatste ronde kwam ik erachter dat ik eigenlijk het prettigst fiets met mijn handen op het stuur (een no-go voor sommigen onder ons) en ik merkte dat ik zelfs nog kracht over had in de bovenbenen. Ik kon er dus alleen niet goed bij in de zogenaamde tijdrithouding. De rest van de spierpijntjes was een kwestie van op een goede manier doortrainen, stelde ik vast.
Ja, de eerste passen na het afstappen van de fiets zijn altijd hel, maar er zat al snel goed ritme in. Ik zette mijn fiets weg, deed de helm af en trok mijn hardloopschoenen aan. Alsof er niets aan de hand was! Ja, toch wel. Ik liep nog met een schoenlepel in mijn hand en moest dus weer even terug. Nog steeds niks bijzonders gevoeld aan de benen behalve sterk en ik had zin om te lopen. De zon was gaan schijnen en het waaide lekker!
Ik heb gelopen. Jawel, tot en met de tijdregistratie naar het loopparcours, zodat ik mijn wisseltijd van fietsen naar lopen wist. Direct na de mat stopte ik. En daar stond ik dan volkomen ontgoocheld aan de kant, het huilen nader dan het lachen. Ik voelde niks! Ik had geen pijn, maar ik had iets met mezelf afgesproken en ik vond het écht verschrikkelijk!
Maar wie zal het zeggen: Zou ik goed hebben kunnen lopen? Of zou ik teleurgesteld uit hebben gestapt na 2 of misschien wel na 6 rondjes? In ieder geval heb ik het niet nog erger gemaakt met een vlammende eindsprint, want die was er zeker weten geweest!