Zondag heeft Jolie in Amsterdam haar debuut gemaakt op de marathon. Jolie liep een steady race in 4:33.16u.
Jolie:
Een marathon uitlopen voor mijn 50e verjaardag stond sinds 2012 op mijn wensenlijst. In 2014 zou het dan mogen gebeuren. In januari licht ik Margo in over mijn voornemen. Ik kies de marathon van Amsterdam uit; vlak, in het najaar (niet te warm, denk ik) en niet te ver van huis. Mijn verjaardag komt alleen 1 maand te vroeg.
De hele voorbereiding verloopt zonder enig fysiek ongemak. Mijn schema’s kan ik prima volhouden, ik ben zuinig op mezelf, slurp alle adviezen rondom mij heen gulzig op, voel mij bijna wekelijks sterker worden en zoals het een echt beginner betaamt slaat de twijfel 4 weken voor D-day plotseling toe. ‘Ik heb nog niet verder gelopen dan 2,5uur terwijl ik er misschien wel het dubbele aan tijd over ga doen, help’! De mentale hulp komt er direct in de vorm van geruststellende woorden van Margo: ‘Heb vertrouwen, het komt goed’. Daar geef ik me graag aan over – en volledig terecht zou later blijken.
Afgelopen zondag was het dan zover. Om 06:30u gaat de wekker in hotel AmsterdamZuid. Tijd voor ontbijt en even kort inlopen. Om 08:15u op de fiets naar het Olympisch Stadion. De weersomstandigheden zijn in de week voorafgaand aan zondag . Van volop zon en 22 graden naar af en toe zon en 18 graden met behoorlijk wat wind. Om 9u loop ik mijn startvak in. Een laatste sanitaire stop en genieten van een geweldige en bijzondere sfeer. Stiekem overweldigend zelfs wanneer Hazes’#bloed,zweet,en –ja dus – tranen door het stadion schalt. Echte zenuwen voel ik niet. Laten we maar beginnen; al die malligheid.
Op het grote scherm zie ik de topatleten van start gaan onder luid applaus van publiek en lopers uit alle startvakken. Zeventien minuten later start ik mijn Garmin-vriend: let’s go! Ik ben nog geen kilometer op weg of de topatleten komen mij al tegemoet. Zij hebben er dan al 5 km opzitten. Prachtig gezicht en opnieuw weerklinkt applaus voor hen. De eerste kilometers is het goed opletten waar je loopt vanwege alle tramrails. En daarna gaat de blik op: genieten, rustig lopen, genieten, koppie erbij, genieten, hartslag controleren, genieten, pff gelijk al rekenen, genieten, eten/drinken, genieten, speuren naar mijn powerpoints: Harry-Mirjam&Dik-Thomas, genieten, schuilen achter grote lopers en blijven genieten. En dat 4 x 10 kilometers en een beetje lang. Tot aan de boog van 30km is dat alles geen enkel probleem: ‘en nu begint het pas echt’, roep ik de naast mij fietsende Harry toe.
Van saaie stukken in het parcours heb ik geen last. Mijn plan vooraf was om zolang als ik kon mee te gaan met het pacer-team van 4:30u. Ik startte 4 minuten voor hen. Bij kilometer 32 slokken zij mij op. Het valt me op dat zoveel lopers nu aan het wandelen gaan. Storend ook wel een beetje; ze lopen links, rechts in het midden van het parcours dat hier en daar in de stad best smal is. Om het pacer-team bij te houden is het soms slingeren en dringen om de wandelaars heen wat extra energie kost. Het genieten is inmiddels wel voorbij en is vervangen door mijn sterke wil om dichtbij 4u30 te finishen. Onze, op dat moment meefietsende, zoon Thomas zegt mij dat het er nog allemaal goed bij me uitziet in vergelijking met anderen om mij heen; wat een schat! Ook stelt hij mij direct gerust op het moment dat ik 2 pacers kwijt ben bij een drinkpost: nee mam, rustig, ze zitten achter je!
Het enige waar ik nog aan denk is: nog 1 uur te gaan, laat je hartslaglimiet maar los en blijf gaan! De pacers lopen strak op schema, geven veel aanwijzingen, blijven heel positief, hakken elke 2-3 kilometer in stukjes en ontvangen opmerkelijk veel applaus uit het publiek. En ja dat is dus ook voor mij bedoeld. Doorbijten, moeheid in beide benen verdringen, wel/niet meer eten/drinken, nu geforceerd genieten en het dus-straks-is-het-alweer-voorbij besef: foi, wat is een mens nog druk tijdens die laatste kilometers. En joepie bij km 40 staan zus Mirjam&Dik mij nog een laatste keer aan te moedigen: wat heb je dat nog even nodig zeg! De laatste afslag naar rechts, langs de IAMSTERDAM-letters, de vlaggenrijen, het vele publiek, applaus en de ingang van het OS. Brrrr, kippenvel en die laatste 300 meter neem ik nog eens goed in me op: kijk het publiek, je haalt het, je 1e marathon is een feit, je loopt daar waar goed 2 uur daarvoor de snelste mannen en vrouwen ter wereld liepen. Gaaf hoor, dit neemt niemand mij meer af. De finish, mijn yes-vuistje, vriend Garmin zegt: 4uur33min17sec. Nog voor ik 100 meter verderop de medaille om mijn nek ontvang flitst er door mijn hoofd: ‘dat moet toch een keer 3min17sec sneller kunnen?’. We zien wel; eerst maar eens nagenieten van deze prestatie. Na afloop word ik gefeliciteerd door mijn 2 geweldige supertrotse steunpilaren: Harry en Mirjam. Amsterdam heeft zoon Thomas alweer opgeslokt – sinds 2 weken zijn nieuwe woonplaats.
Ook helemaal blij werd ik van de welgemeende felicitaties van heel veel clubgenoten; wat wordt er meegeleefd zeg! Bedankt daarvoor.
Eenmaal thuis zie ik dat ik heel constant heb gelopen. Kilometer 0 tot 10 en 30 tot 40 gingen in exact dezelfde tijd. Elke kilometer afzonderlijk loop ik binnen een marge van 49 seconden. De laatste 10 kilometers heb ik veel steun gehad aan het tempo van het pacer-team. Kilometer 0-10 voelde relaxed een terwijl kilometer 32-42 echt als hard werken aanvoelde.
Margo: bedankt voor jouw doeltreffende schema’s het afgelopen jaar.
Met trots kijk ik terug op een superdag!