Almere Holland Triathlon (29-08-2009)

Joep deed vandaag als enige van de club mee aan de hele triathlon van Almere. Er stond behoorlijk wat wind waardoor het een echte poldertriathlon was. Joep is gefinisht in iets meer dan 12uur. Een mooie prestatie!

Joep:
De dag dat Hurricane Bill bij ons met hevige wind, onweer, en buien, het einde van de zomer aankondigde was ook de dag dat men in Almere voor de zoveelste keer weer de hele (klassikeke) triathlon hield. De vrijdag vooraf was het al behoorlijk slecht weer, de tuinstoelen waaiden bij ons thuis al om, en in de polder en langs het water van Almere ging het nog harder tekeer. ‘s Nachts ging de wind niet liggen en kwam er nog onweer bij ook. Gelukkig sliep ik thuis, maar denk eens aan de buitenlanders die in Almere op een drassig terreintje probeerden te kamperen. Dat is ook geen fijne wedstrijdvoorbereiding.
Zaterdagochtend om vier uur opgestaan. Het waait nog steeds erg hard. Als Eddie en ik om vijf uur naar Almere rijden bliksemt het ook nog. Als het zwemmen maar doorgaat, flits door mijn hoofd. Twee jaar trainen, twee zware ongelukken, en dan nog geen echte triathlon, dat zal toch niet gebeuren. In Almere is de organisatie er ook niet gerust op. Er wordt gesproken over uitstel. Erger nog: als er niet gezwommen kan worden vanwege onweer, kan er in de open polder ook niet gefietst worden. Gelukkig trekt het onweer weg, en gaat alles door.
Bij de start probeert Annemarie Jorritsma ons nog op te beuren door te melden dat het water warmer is dan de luchttemperatuur. We horen het amper. Iedereen kijkt naar de schuimkoppen op de golven. We moeten zwemmen in een wasmachine! Al bij het eerste rondje zwemmen wordt ik zeeziek en moet ik overgeven. Daarna gaat het beter, maar oriënteren gaat alleen maar door te wachten op een extra grote golf (als je denkt dat er geen grotere meer komen, blijkt er toch altijd nog een nog groter te zijn) en dan even schoolslag te doen. Desondanks toch een nette 1:15 uur zwemtijd geklokt. Tijdens de wissel blijkt de zeeziekte niet weg te zijn. Ik ga bijna tegen de vlakte en word door een vijwilligster net op tijd opgevangen.
Het fietsen begint met stevige wind. Voor de wind kan ik ongeveer 36 kmh rijden en ertegenin 29-30. dat gaat richting 32 kmh gemiddeld, waarbij het gemiddelde dan weer wat gedrukt wordt door een plaspauze. Helaas zwelt de wind aan tot wat voor mij op stormkracht lijkt, en volgens het KNMI achteraf windkracht 6-7 is. Voor de wind kan ik nu 42 kmh rijden, maar tegen de wind werk ik me een ongeluk om 22-24 te halen. Helaas duurt het tegen de wind in langer dan voor de wind, zodat mijn gemiddelde richting de 30 zakt, en dan opnieuw een plaspauze erbij. Pieter die halverwege heeft aangemoedigd is wegens teveel tegenwind met zijn fiets zelfs te laat bij de verzorgingspost. Ook de wind van opzij is erg lastig. Gelukkig heb ik open wielen. Ik zie mensen met dichte wielen of met extra hoge velgen en die hebben echt de hele weg nodig. Daar heb je met dit weer dus niks aan. Het laatste rondje met fietsen blijft de wind stormachtig. Ik besluit niet meer tegen de wind te knokken, maar reserve te houden voor het lopen. Zodoende daalt het gemiddelde tot net onder de 30 kmh en is de fietstijd 6:10 uur.
Tenslotte nog lopen. Ik ben eigenlijk al blij dat ik 4 km in de golven en 180 km op de fiets in de storm heb overleefd. Oppassen dus dat de motivatie er blijft. Ik hou me voor dat als je halverwege tevreden bent, je het niet haalt, en dat ik dus niet tevreden ben. Rustig begonnen met lopen. Het blijkt eigenlijk nog behoorlijk te gaan. De hartslag is laag (135) en ik kan nog redelijk met Eddie, Pieter en later Nicolette, die meefietsen, praten. Ik haal een oude rot in en loop even met hem op. Hij verbaast zich erover dat ik nog zo fris ben, maar fris zal dan wel een relatief begrip zijn. Het eerste rondje gaat netjes. Dan gaat mijn linker knie opspelen, daar mist een stuk kraakbeen, en nu schuift het bovenbeen bij iedere landing naar voren. Ik neem kortere passen en ga op advies van Pieter wat meer voorover hangen. Het lijkt wat te helpen. Zo komen we de tweede ronde ook behoorlijk goed door. Ook de aanmoedigingen van de kant van familie, John, Gian, Connie, Karst, en Jacques helpen enorm. De derde ronde is een kwestie van overleven. Ik blijf hardlopen, maar alles doet zeer. Ik moet overgeven, maar mijn maag heeft op mysterieuze manier de 7 gels, 5 repen, 4 bananen, en 7 liter sportdrank al weggewerkt. Er komt niks. Dan maar doorgaan. Pieter weet me te vertellen dat het prima gaat, ondanks dat ik er niet uit zie. Wellicht waar, maar zo voelt het niet. Ik ben benieuwd hoe ik er niet uit zie. Nog maar even en dan finishen. Een tijd onder de twaalf uur zit er met dit weer helaas niet in. Geeft niet. Blijven lopen, veel mensen inhalen. Er zijn nu heel veel wandelaars. Ik ben zeker niet de laatste en zit voor mijn gevoel ergens halverwege het veld, dat is toch mooi genoeg voor je debuut. Bij mijn finish zie ik mensen wandelend hun derde rondje beginnen, ik benijd ze niet.
Na de finish wankel ik naar de verzorging. Ik moet van een EHBO-ster gaan zitten en krijg een kopje soep. Dat helpt een beetje. De speaker roept om dat dit de slechtste weersomstandigheden waren die ze ooit in Almere hebben gehad. Een man die voor de tiende keer meedoet beaamt dit hartgrondig. Nou dat is dan leuk voor je eerste. Maar het is me wel gelukt! Na enigszins bijgekomen te zijn, douchen en naar huis. ‘s Avonds nog steeds misselijk en haast niet gegeten. De volgende dag (nu dus) lijkt alles echter redelijk te gaan. Spierpijn natuurlijk, maar toch (nog?) minder erg dan na mijn debuut op de marathon vier jaar geleden.
Nogmaals dank voor alle steun vanaf de kant, via huisbezoek en kaart, en via mail. Het is toch mooi dat voor zo’n individuele sport toch nog zoveel support bestaat. Zeker als je bedenkt dat de sporter zelf vaak niet al te geinteresseerd is in het wel en wee van zijn clubgenoten.